Vismijnsite Oostende
Om aan de strengste normen te voldoen en een pak efficiënter te kunnen werken, onderging de Vismijn in Oostende een totale make-over naar ontwerp van arQ architecten. Opvallendste ingrepen zijn de efficiëntere workflow, de doorgedreven recuperatie van restwarmte en het gebruik van natuurlijke koelmiddelen.
De Oostendse Vismijn is niet permanent in gebruik. Twee tot drie dagen per week lossen vissersschepen of vrachtwagens vanuit Denemarken, Frankrijk of de UK er vis die op zee werd gevangen. In de Vismijn wordt de vis gesorteerd en in koelcellen bewaard. Nadat op de visveiling de prijs werd bepaald, worden de verkochte loten in de Vismijn opgehaald door vishandelaars, groothandels en visverwerkers. Efficiëntie en hygiëne zijn in dit steeds terugkerend proces twee belangrijke aandachtspunten. In de nieuwe Vismijn wordt de vis voortaan in een aparte loods gesorteerd, waarna ze onmiddellijk in de koelcellen wordt opgeslagen. Wanneer de verkoop start, wordt de vis verplaatst naar de andere kant van het gebouw, waar de koper direct kan inladen. Dit zorgt niet alleen voor een efficiënter werkproces, maar ook dat de koudeketen niet langer wordt doorbroken. Dit biedt vooral voordelen in de zomermaanden.
Ligging heeft invloed op constructie
Zowat het volledige gebouw werd afgebroken. In de plaats kwam een nieuwbouw van 5.000 m2 in industriebouw met IV-liggers die tot 30 meter overspannen. Omwille van de hygiëne werden de kolommen aan de buitenkant van het gebouw opgetrokken, zodat binnenin een vlakke muur ontstaat. Door de afwezigheid van hoeken en kanten verloopt het reinigingsproces een stuk efficiënter. Eén geklasseerde travee moest wél behouden blijven. Daar werd een staalstructuur ín het gebouw gebracht, gefundeerd op micropalen.
De ligging van het gebouw had op twee manieren een invloed op de constructie. Het zilte zeeklimaat heeft een sterk verwerend effect op beton. Daarom werd in dit project gebruik gemaakt van sterker beton met andere toeslagmaterialen en andere cementtypes. Tweede uitdaging was de weinig stabiele ondergrond door de ligging vlakbij het water. Ook het vroegere gebouw was daarom opgetrokken op paalfunderingen. Die moesten een voor een worden gelocaliseerd om de nieuwe funderingspalen de juiste plaats te kunnen geven zonder de stabiliteit van het geheel in het gedrang te brengen. Door de strakke timing van het project moest hierbij telkens bijzonder kort op de bal worden gespeeld.
IJs smelten en maken en maximaal warmte recupereren
De vis wordt aangeleverd in kisten met ijs, dat door de reis op zee echter vervuild is. Vroeger werd dat vervuild ijs in het dok gestort. Omdat de 100 ton vis die op één dag worden aangeleverd makkelijk voor 30 ton vervuild ijs zorgen, moest daarvoor echter heel wat heen-en-weer worden gereden tussen de Vismijn en het dok. Dit is nu verleden tijd. We ontwierpen een installatie waarbij het ijs smelt in containers door het te besproeien met water dat wordt opgewarmd met de recuperatiewarmte van de koelinstallaties. De grote hoeveelheid water – sproeiwater plus smeltwater – die daardoor ontstaat, wordt verzameld in een pompput. Van daaruit wordt het water teruggepompt naar de machinekamer waar het opnieuw wordt opgewarmd en gebruikt om verder te besproeien.
De gesorteerde vis wordt op vérs ijs gelegd. Daarvoor zijn ijsmachines voorzien. De warmte die uit dat bevriezingsproces wordt gehaald, wordt opgeslagen in buffervaten en later gebruikt voor het smeltproces van het vervuild ijs.
Koelen met CO2
De fluorhoudende koelmiddelen (CFK’s) die traditioneel worden gebruikt, zijn bijzonder belastend voor het milieu. Daarom werd in dit project gewerkt met ‘CO2 directe expansie’. In de leidingen tussen de toestellen die binnen warmte opnemen en de toestellen die buiten die warmte afgeven, zit dus CO2 in plaats van CFK’s. Dit is nieuw in de visserijsector, en wordt in dit project zowel gebruikt om de sorteerruimtes en frigo’s koel te houden en vers ijs alsook ijswater te maken, als om in de zomer het klimaat in de kantoren te beheersen.
De warmte die uit de koelprocessen wordt gerecupereerd, wordt niet enkel gebruikt om ijs te smelten. In de winter zorgt het ook voor de verwarming van de kantoren en het hele jaar door is het de warmtebron voor het heet water waarmee de werkruimtes na elke productiecyclus worden gereinigd. Bij dat poetsen ontstaat uiteraard heel wat waterdamp. Die wordt geëvacueerd door de geïsoleerde gevelroosters te openen en de dakventilatoren op de sorteerhal en de garnalenzeefruimte aan te zetten.
Bouwpartners: - Vlaamse Visveiling (Oostende) &ndash. bouwheer - arQ architecten (Oostende en Sint-Niklaas) &ndash. architect - Six (Izegem) &ndash. aannemer HVAC en Sanitair - Arco (Lokeren) &ndash. aannemer koeling - Westelec (Ieper) &ndash. aannemer elektriciteit - BM Engineering (Kortrijk) &ndash. studie stabiliteit en speciale technieken